· 

Leven met Complexe PTSS: De Schaduw die Altijd Meeloopt

Voor het eerst noem ik het bij naam: Complexe PTSS (CPTSS). Jarenlang wist ik niet waar mijn intense reacties vandaan kwamen. Tot ik ontdekte dat mijn lichaam en geest nog altijd reageren op een jeugd die diep heeft ingegrepen in wie ik ben. In deze blog neem ik je mee in hoe het voelt om te leven met CPTSS – niet als theorie, maar zoals het zich echt aandient: rauw, onverwacht en allesoverheersend.

 

Door Complexe PTSS zijn mijn reacties soms zo heftig en lichamelijk voelbaar, dat ik de stresshormonen door mijn lijf voel gieren. Wat volgt zijn extreme emotionele uitbarstingen, die voor mijn partner en omgeving verwoestend kunnen zijn.

 

Ik heb elke dag last van emotionele flashbacks. Heftige emoties overvallen me op de meest onverwachte momenten. Een opmerking, een blik, het gedrag van iemand, of zelfs iets uit een film kan me plots terugwerpen. Het is geen visuele herbeleving, maar een soort diepe, innerlijke schok. Alsof iets ouds zich opnieuw afspeelt in mijn lijf.

 

Het overspoelt me met verdriet, woede, paniek. Alsof mijn bestaan zelf bedreigd wordt.

Ik ben enorm schrikachtig, altijd op mijn hoede. Altijd voorbereid op pijn – emotioneel of fysiek.

 

In gezelschap voel ik vaak een gemis. Meestal voel ik me anders, buitengesloten. Soms zelfs geïsoleerd. Dat gevoel van ‘er niet bij horen’ is er niet alleen bij vreemden, maar komt ook op binnen mijn gezin, familie – en zelfs in mijn relatie.

Wat het extra moeilijk maakt, is dat ik na het ongeval van mijn kinderen niet alleen te maken kreeg met mijn innerlijke strijd, maar ook met verstoting en afwijzing van buitenaf. Niet iedereen kon omgaan met mijn pijn. Soms werd ik buitengesloten, beoordeeld of simpelweg genegeerd – door de buitenwereld, maar ook binnen mijn eigen familie.

 

Dat gevoel van ‘er niet bij horen’ is dus niet alleen een oude wond uit mijn jeugd, maar werd steeds opnieuw aangeraakt. Alsof de wereld bevestigde wat ik diep vanbinnen al vreesde: dat ik er niet mocht zijn zoals ik was.

 

Dit is geen verleden tijd. Dit is mijn leven. Maar door het te benoemen, geef ik mezelf bestaansrecht – en misschien ook een ander die zich hierin herkent.

 

 

Soms is het benoemen van je pijn de eerste daad van zelfliefde.